In onze vorige blog refereerden we aan de reclamemakers van Ogilvy, die elke reclame-uiting die bij hen vertrekt kritisch bestuderen. We leerden reeds dat je de linkermarge ongeschonden moet laten. Maar in hetzelfde rapport leerden we nog iets belangrijks. Juiste terminologie kan een wereld van verschil maken.
De juiste boodschap naar de lezer brengen om zo tot conversie te komen, dat is het ultieme doel van e-mailmarketing. Daarvoor zal een e-marketeer zijn doos met alle tovertrucs tot op de bodem leegmaken. Tekstueel zal hij ook proberen op te vallen door met een reeks van termen te goochelen. En daarbij gebeurt het meer dan eens dat een onverwacht woord opduikt in de context van een bepaald product of dienst. Want ‘opvallen’ levert aandacht op en aandacht levert conversie op. Een logische redenering.
Toch anders…
‘Niet juist’, zeggen de marketeers van Ogilvy. Zij hebben met experimenteren en meten begrepen dat een lezer in een bepaalde context gevoelig is aan een bijhorende terminologie. Het gebruik van termen, woorden en uitdrukkingen die eigen zijn aan een bepaalde industrietak, productgroep of een merk verhogen de respons. Bedrijven in de B2B-sfeer die leidend in hun branche zijn, zullen met woorden als advies en duurzaamheid hogere respons ratio’s genereren.
Consumenten
Merken en dienstverleners in de B2C-omgeving scoren met die duurzame termen minder. Een iPod is niet duurzaam en ook niet je vertrouwde adviesorgaan. Neen, daar passen beter de termen ‘nieuw’, ‘design’, ‘hip’ en ‘slank’. Als je tenminste je contacten niet wil afschrikken. Daarom is het verstandig om vooraf, bij het uitzetten van je e-marketingstrategie, een lijst van bruikbare termen en uitdrukkingen samen te stellen. Daar kunnen eventueel trendwatchers een handje toesteken. Zij weten immers als de beste welke ideeën, en dus ook woorden, bepaalde doelgroepen het meest charmeren.